Christopher Nolan, de fenomenale regisseur van films als Inception, Interstellar en Dunkirk, is terug met Oppenheimer. De film is vanaf morgen op het witte doek te bewonderen en je leest nu al wat wij ervan vinden in onze recensie, geschreven door Emmo de Bie. Vanaf donderdag 20 juli is deze langverwachte titel in de bioscoop te zien, waarna hij achtereenvolgend op TVOD-platforms als Pathé Thuis en uiteindelijk na 7-8 maanden op SkyShowtime verwacht wordt.
📺 Meer weten over de film? ➝ Lees hier ons artikel met 5 feiten over Christopher Nolans Oppenheimer.
‘Oppenheimer’ is een uitstekende karakterstudie met een flinke Nolan-saus
Christopher Nolan is met kop en schouders mijn favoriete regisseur. Zijn complexe, gelaagde verhalen, originele narratieve elementen en naadloze synergie van beeld en geluid maken het merendeel van zijn oeuvre zeer geschikt om keer op keer te kijken. Toen na Tenet (2020) werd bekendgemaakt dat Nolan een biopic zou gaan maken over de vader van de atoombom, was mijn reactie terughoudend enthousiast. Is zijn unieke, soms bombastische filmstijl te vertalen naar een meer ingetogen verhaal? En hoe zou Nolan, wiens films meestal personages gebruiken als een middel om een verhaal te vertellen in plaats van hen centraal te stellen, omgaan met een verhaal waarin juist één personage de hoofdrol speelt?
Na het zien van de film kan gesteld worden dat Nolan met Oppenheimer een spectaculaire biopic heeft gemaakt. Maar waar zijn andere films altijd aanvoelen als onmiskenbaar Nolanesque, voelt Oppenheimer eerder als een uitstekende karakterstudie, overgoten met een flinke Nolan-saus.
Ontwikkelaar van de atoombom staat centraal
De film volgt J. Robert Oppenheimer (Cillian Murphy, Peaky Blinders), de ontwikkelaar van de atoombom tijdens de Tweede Wereldoorlog. We zien Oppenheimer in de film opklimmen van briljante maar klunzige student tot de directeur van het clandestiene ‘Manhattan-project’, dat als doel had om sneller dan de Duitsers een atoombom te ontwikkelen.
De relaties van Oppenheimer met andere personages, waaronder zijn vrouw Kitty (gespeeld door Emily Blunt) en zijn voormalige vlam Jean Tatlock (gespeeld door Florence Pugh), zijn ethische worstelingen en de zoektocht naar een mol binnen het Manhattan-project vormen de basis van de film.
Het sublieme acteerwerk van Cillian Murphy en zijn tegenspelers brengt de film tot leven
In een sterrencast, met onder andere Matt Damon en Kenneth Branagh, zou het acteertalent kunnen botsen en elkaar kunnen overschaduwen. Maar Nolan weet door het gebruik van ingetogen dialogen en de nadruk op expressief acteerwerk alle acteurs en personages uit te laten blinken. Een speciale vermelding gaat naar Robert Downey Jr. als politicus Lewis Strauss.
Middels zwart-witbeelden krijgen we een inkijkje in Strauss’ perspectief op Oppenheimers werk en daden, die Strauss tegenover de Amerikaanse Senaat met hand en tand bevecht. Wat begint als een vriendschappelijke relatie tussen Oppenheimer en Strauss, eindigt in een rivaliteit van onverenigbare ideologieën. In het verloop van de film gaat Strauss steeds meer ten onder aan zijn ontwikkelde obsessie voor de gevolgen van de atoombom. Downey Jr. brengt Strauss’ personage met overtuiging en diepgang tot leven, waardoor je als kijker
voortdurend twijfelt aan wie je nou eigenlijk moet toejuichen. Het is dat de film Oppenheimer als hoofdpersonage heeft en Strauss als diens antagonist (voor zover de film echt een antagonist heeft), maar Oppenheimer had bijna Strauss’ verhaal kunnen zijn.
Maar de grootste ster is natuurlijk Cillian Murphy’s Oppenheimer. De Peaky Blinders-ster laat met zijn ingetogen, kalme acteerwerk een Oscarwaardig bereik zien. Onder de terughoudende wetenschapper schuilt een gelaagdheid aan emoties, twijfel, verdriet en onzekerheden die Murphy met gecontroleerde precisie weet over te brengen. De angst, ontzag en verwondering in zijn ogen na het succesvol ontsteken van zijn atoombom spreken boekdelen. Nolan weet Murphy’s expressieve acteerwerk vast te leggen door middel van langzame shots waarin de camera intiem dichtbij en om hem heen beweegt.
Explosief hoogtepunt zorgt voor een ‘once in a lifetime’-bioscoopervaring
Naast het fenomenale acteerwerk en een intrigerend verhaal heeft Oppenheimer nog een explosief hoogtepunt: de veelbesproken recreatie van de Trinity-test in de woestijn van New-Mexico. Al vanaf het begin van de film wordt Oppenheimers verhaal afgewisseld met korte beelden van vonken, vuurballen en explosies als klein voorproefje van wat er komen gaat. De explosie hangt voortdurend dreigend in de lucht. De Trinity-test biedt een eersterangs vertoning van dit historische moment. Net als in zijn eerdere films weet Nolan de spanning rustig op te bouwen. Zo weet hij ook in Oppenheimer alle bewegende delen zo te schaken om dit hoogtepunt in hedendaagse cinematografie zo impactvol mogelijk te maken.
Na een tergend opbouwende aansleep wordt er eindelijk op de knop gedrukt. In stilte rijst een kolossale vuurzuil op uit de woestijn van New-Mexico. De betraande ogen van Oppenheimer, het ongeloof en de euforie bij alle betrokkenen en de allesomvattende angst voor het monster dat zij hebben gemaakt en dat de wereld voorgoed zal veranderen; alles komt samen in deze allesvernietigende vuurbal en vonkenregen met een bijna ironisch poëtische schoonheid. Een strijd tussen de mens en natuur, waarin de mens zijn tegenstander op de knieën heeft gekregen. Het aanschouwen van dit ontzagwekkende schouwspel, wat volgens Nolan net als de rest van de film zonder CGI is gemaakt, is een ‘once in a lifetime’-bioscoopervaring.
Deze verstommende, angstwekkende schoonheid wordt kort daarna ruw onderbroken door de oorverdovende schokgolf die volgt en die de stoelen van de bioscoopzaal doet trillen. Naast deze aardverschuivende knal is de rest van het geluidsontwerp en de soundtrack ook
weer op typische Nolan-wijze van ongekend hoog niveau. De film maakt gebruik van donderende, knallende en oorverdovende effecten die zich afspelen in Oppenheimers hoofd. Tegelijkertijd gebruikt de film deze effecten spaarzaam, waardoor je elke keer weer bijna letterlijk uit je stoel wordt geblazen. Ook de soundtrack van componist Ludwig Göransson (onder andere de componist van Tenet) dreunt, dondert, kraakt en knettert vol slepende spanning door de hele film. Göransson’s bekende elektronische composities maken plaats voor aanhoudende strijkinstrumenten die je door het verhaal loodsen, maar ook op het puntje van je stoel houden. De soundtrack van Oppenheimer is vergelijkbaar met Nolans Dunkirk – ondersteunend en een integraal onderdeel van het verhaal. Het is dan ook een must om Oppenheimer te bekijken in een IMAX bioscoop, of een zaal met een vergelijkbare video- en audiokwaliteit.
‘Oppenheimer’ mist climactisch eindpunt en zorgt daardoor niet voor verbazing en verwarring
Ondanks dit visueel en auditief geweld ontkomt deze 3 uur durende film er niet aan op sommige punten toch lang en traag te voelen. Vanaf de Trinity-test (met nog ruim een uur te gaan) is de geest uit de fles. Wat volgt is een uiteenzetting van de juridische en politieke gevolgen van Oppenheimers uitvinding, en zijn veroordeling door de Amerikaanse staat en Strauss. Ondanks dat Murphy en Robert Downey Jr. op volle toeren draaien richting het einde, mist dit deel van de film een duidelijk en climactisch eindpunt. De meeste Nolan-films zijn een soort puzzel waarvan je nog niet weet wat het wordt. Met elke laag die je dieper gaat passen de puzzelstukjes steeds beter, totdat ze samenvallen in een hoogtepunt dat alle verhaallijnen aan elkaar bindt als een oplossend, harmonieus slotakkoord. Helaas is deze aanpak minder geschikt voor een biopic zoals Oppenheimer.
Biopic, spionage-thriller, liefdesverhaal, geschiedenisles. Oppenheimer is een combinatie van meerdere genres en weet deze allemaal te combineren tot een intrigerende, meeslepende film over menselijke potentie en de gevaren en wonderen die ontstaan wanneer deze potentie op de proef wordt gesteld. Met een sterrencast, indrukwekkende special effects en wederom een geweldige soundtrack, is Oppenheimer een bijzonder uitstapje in Nolans filmografie. Maar wie verwacht de zaal te verlaten zoals na Tenet en Inception, vol verbazing en verwarring, moet zijn verwachtingen aanpassen.