Met films als Skyfall en 1917 wist regisseur Sam Mendes hoge ogen te gooien. Zijn grootse stijl en inventief en behendig camerawerk bracht menig bioscoopbezoeker op het puntje van hun stoel. Met Empire of Light gooit Mendes het over een andere boeg. In plaats van bombastische actiescènes en torenhoge productiekosten is EOL een verrassend intiem en kleinschalig verhaal over mentale gezondheid en discriminatie. Heeft Mendes zichzelf hiermee opnieuw uitgevonden, of had hij zich beter aan zijn succesformule kunnen houden? Lees hieronder alvast onze recensie. De film is vanaf 6 april 2023 te zien in de Nederlandse bioscoop en wordt daarna op Disney+ verwacht, omdat hij is gemaakt door de onder The Walt Disney Company vallende studio Searchlight Pictures.
Mentale gezondheid en racisme spelen een hoofdrol in Searchlight Pictures’ Empire of Light
Empire of Light speelt zich af in een karakteristiek Brits kustplaatsje begin jaren 80. Centraal in de film staat Empire-bioscoopmedewerker Hilary Small, gespeeld door Olivia Colman (The Favourite). Hilary leidt aan schizofrenie, wat zich uit in warrigheid en stemmingswisselingen en waarvoor ze afvlakkende medicatie krijgt. Hierdoor leidt Hilary een eenzaam, meegaand en monotoon bestaan. Zo viert ze oud & nieuw in haar eentje op het dak van de bioscoop, wordt ze dagelijks seksueel misbruikt door haar baas (Colin Firth) en heeft ze nog nooit een film gezien in de bioscoop waar ze zelf werkt.
Totdat de jonge, knappe Stephen (Micheal Ward) zich aansluit bij het personeel van de Empire bioscoop. Hilary en Stephen blijken al snel iets gemeen te hebben: discriminatie. Hilary kan vanwege haar mentale gezondheid geen ander werk krijgen en Stephen wordt vanwege zijn zwarte huidskleur niet toegelaten op de universiteit. Daarnaast krijgt hij dagelijks te maken met de racistische maatschappelijke tendensen van het Thatcher-regime. Tussen de twee ontstaat een onwaarschijnlijke, korte maar liefdevolle relatie.
Acteerprestaties schieten niet te kort, maar personages wel
Colman weet op een gelaagde, fragiele wijze de verschillende facetten van een geesteszieke vrouw in beeld te brengen. In meerdere scènes zien we haar stemmingen op indrukwekkende wijze wisselen van monotonie of blijdschap naar opgekropte frustratie en woede. Een fragment waarin ze in een manische bui het podium betreedt tijdens een grote galapremière behoort tot een absoluut hoogtepunt in de film. Op zulke momenten weet de film met Colman’s acteerwerk de kijker te raken. Helaas komen de andere personages, ondanks een aantal grote namen en sterke acteerprestaties, minder goed uit de verf.
Zo wordt Colin Firth’s personage Donald Ellis gereduceerd tot niet veel meer dan de stereotype boze, vreemdgaande en gluiperige witte man. De overige bijrollen zijn niet veel meer dan karakteristieke archetypes. Zelfs Ward krijgt met zijn personage Stephen maar weinig ruimte om zich verder uit te diepen dan een lieve knappe knul die toevallig de pech heeft zwart te zijn in het conservatieve Verenigd Koninkrijk van die tijd. En dat is zonde, gezien het onderwerp—racisme—wat Stephen aan de kaak dient te stellen.
Mendes en Firth weten de hoge verwachtingen van ‘Empire of Light’ niet waar te maken
Waar Empire of Light nog wel wat typische Mendes-kunsten vertoont, is in de prachtige beelden die de film je als kijker voorschotelt. Met zachte gele en blauwe pasteltinten weet hij de soberheid en alledaagsheid van de Britse kustplaats op schilderachtige wijze tot leven te brengen. In lange, statische shots lijken meerdere scènes regelrecht uit een vergeelde Britse ansichtkaart te komen. Deze aquarel-achtige momenten bieden een mooi contrast met het warme en weelderige bordeauxrood en goud van de bioscoop.
Ook dient de originele muziek van Trent Reznor en Atticus Ross niet ongenoemd te blijven. De zachte, kabbelende pianoklanken geven – in combinatie met de cinematografie – de film een etherisch en droomachtig karakter.
Maar ondanks de esthetische vervoering en Colmans fenomenale acteerprestaties weet Empire of Light de verwachtingen die gepaard gaan met grote namen als Mendes en Firth, helaas niet waar te maken. De film schetst wel (hoofdzakelijk door Colman) een indringend beeld van het leven van iemand die kampt met mentale problemen. Maar andere grote onderwerpen als racisme en seksisme worden slechts oppervlakkig behandeld. Hierdoor voelt de film vanaf de tweede helft ongebalanceerd, met een uiteindelijk onduidelijke en gekaderde boodschap.